Bob Kramer
Vanavond hebben we Bob Kramer aan het woord over zijn eigen audioset.
Bob is een jaar of 15 geleden begonnen met het nabouwen van een set luidsprekers, de Dynaudio Focus, aangeschaft bij Speaker &Co in Haarlem. Dit leidde tot interesse in het modificeren van het voorgebakken systeem. Bob heeft gaandeweg sinds zijn eerste set een aantal systemen gebouwd en soms vanaf nul ontworpen. Eerst met een filterontwerpprogrammaatje (Netcalc) en later met DAAS32, een PC-meetprogramma voor luidsprekers,.
Een jaar of 10 geleden heeft hij zijn zelfbouwactiviteiten uitgebreid met het bouwen van audioversterkers. Hij beperkt zich hierbij tot het nabouwen van bestaande ontwerpen, omdat de kennis om tot een geheel eigen ontwerp te komen ontbreekt.
De speakers zijn volledig volgens specificatie opgebouwd en ongemodificeerd. Deze zijn van een ontwerp van Scan-Speak, en wel de Reference Monitor.
Verder is de versterking gebaseerd op een ontwerp van elektuur. De eindversterker is de Crescendo. De originele Crescendo dateert uit 1982. Deze was gebaseerd op Mosfet eindtransistoren, en voor die tijd een prima versterker. Dit ontwerp was zeer geliefd bij zelfbouwers. Met name het onverwoestbare karakter heeft daar sterk aan bijgedragen. In 2001 is een nieuwe versie gepresenteerd, de Crescendo Milennium Edition. Ook deze variant is gebaseerd op MosFets, maar dan van een nieuwere generatie. Verder zijn er vele verbeteringen toegepast wat dit tot een zeer goede eindversterker maakt. De versie van Bob is de Milennium Edition. De voorversterker is ook een ontwerp van Elektuur, de Audiolink. Deze versterker is bedoeld voor zowel stereo als meerkanaals audio en volledig opgebouwd met opamps. Verder heeft Bob een Menno van der Veen geintegreerde buizenversterker meegenomen welke hij later als vergelijkingsmateriaal voor de Crescendo zal gebruiken. Het wordt al snel duidelijk: Bob is een hifi liefhebber van het soort: veel uitproberen en vooral zelf doen!
Op zijn eigen wijze presenteert Bob de avond. Dat doet hij heel rustig en pragmatisch. Voor het vergelijken van twee situaties heeft hij twee bordjes met verschillende kleuren meegenomen. Afhankelijk van welk apparaat er aan staat houdt hij een kleur omhoog. Op die manier weet iedereen welke apparatuur zijn werk doet. Erg efficiënt.
Tijdens het spelen valt op dat het hoog van de speaker zijdezacht klinkt. De toegepaste tweeter, de Scan-Speak Revelator, is een lastige driver. Deze kan al snel hard klinken als de filtering niet goed is. Hier is absoluut geen sprake van hardheid, het hoog klinkt zeer aangenaam en zacht. Bob laat diverse muziek de revue passeren, en het geheel klinkt harmonieus en rustig. Dit is het bewijs dat goede hifi niet duur hoeft te zijn. We praten immers over een set van enkele duizenden euro’s, en we hebben hier vaak sets spelen die daar een veelvoud van kosten.
Bob is iemand die niet aan de zogenaamde ‘tweaks” meedoet. Dure kabels en dat soort zaken besteedt hij zijn geld niet aan. Toch heeft hij als test een paar verschillende interlinks meegenomen. Hij laat de verschillen horen, en tot zijn eigen grote verbazing zijn er wel degelijk verschillen te horen tussen de twee interlinks, waarbij de duurdere kabel beter presteerde. Ik kreeg de indruk dat Bob na dit testje zelf een beetje overtuigd werd van het nut van kabels. Zo zie je maar, je bent nooit te oud om te leren.
Vervolgens werden Elektuur voor- en eindversterkers vervangen door de v/d Veen buizen geïntegreerde versterker. Na wat gestoei met kabeltjes kwam er geluid uit, en dat klonk toch wel behoorlijk anders dan de transistor variant. De dynamiek werd een stuk kleiner, maar het geluid werd wel iets ronder en ook wat zachter van klank. Persoonlijk vond ik de Elektuur versterkers beter presteren. Deze gaven toch wel een completer geluidsbeeld naar mijn idee.
Het laatste testje wat Bob deed betrof een vergelijking tussen een originele kopie van een cd (.wav formaat) en MP3. Hij schakelt steeds tussen de verschillende kwaliteiten, waarbij de MP3 bit-rate steeds varieerde, en iedereen moest aangeven wat hij hoorde. Aan het publiek is al te merken dat het niet echt duidelijk is. De verschillende stukje lijken wel erg veel op elkaar kwalitatief gezien. Het blijkt dat “onderwater” in alle gevallen de oorspronkelijke .wav file is gebruikt om op de CD te branden, dus dat de MP3 varianten door de gebruikte conversiemethode (Nero-suite) ook in de originele kwaliteit zijn opgeslagen. Er is geen tijd om het nog eens over te doen, dus Bob laat het hierbij.
Al met al een leuke demo, en het blijkt maar weer dat een goede set geen kapitalen hoeft te kosten. En dat zelfbouw weldegelijk loont is hier een goed voorbeeld van.
Bob bedankt,
Audio Club Velsen
Gebruikte apparatuur:
- Scan-Speak Reference Monitor speakers
- Elektuur Crescendo Millenium Edition eindversterker
- Audio& Techniek P11 regelversterker
- Elektuur The Audiolink voorversterker
- Menno van der Veen UL40 geintegreerde zelfbouw buizen versterker
- Philips CD 960 en CD 104 CD-speler