Deze avond had eens een heel andere opzet dan andere clubavonden. We houden het besloten. Dat wil zeggen, geen demonstratie door een “derde” en alleen met de clubleden zelf. Dit is besproken tijdens de laatste jaarvergadering. Het is een eerste poging om de leden op een clubavond nog dichter bij elkaar te brengen door discussie en uitwisseling van ervaringen en ideeën. We gaan deze avond eens kijken of en hoe dat idee in de praktijk kan werken.
Om zomaar bij elkaar te gaan zitten zonder muziek, dat past niet bij onze club. Het bestuur kwam daarom met het idee om een hoofdtelefoon-avond te organiseren. Persoonlijker en intiemer dan dat kan het bijna niet zou je zeggen. Voor deze gelegenheid waren er een aantal CD spelers, een heuse Denon DVD Audio speler en ook een laptop ingebracht waarop diverse hoofdtelefoons konden worden aangesloten.
Aan diversiteit ontbrak het niet. Van spotgoedkoop (‘no name’) tot exotisch (Stax Lambda). Zelfs een jaren 80 elektrostatische Sony, ingebracht door René, was van de partij. Charles had de moeite genomen om zijn Sennheiser HD600 mee te nemen, aangesloten op zijn Windows laptop via een superkleine Dragonfly DAC.
Herman had de gelegenheid aangegrepen om zijn DDDAC (DAC-op-plank) mee te nemen en zijn zelfgemaakte CD speler. Deze mooie combinatie stuurde de Stax aan. Rob tot slot, had een viertal koptelefoons uit het lage segment meegenomen, aangesloten op een Behringer 4 channel mini amp. Het waren een Behringer, Sennheiser HD25-1-II, een AKG en een Polaroid die ooit bij een tablet werd geleverd.
Wat opvalt is het enorme verschil in geluid dat de diverse hoofdtelefoons lieten horen. De Stax sprongen er qua geluid wat mij betreft bovenuit, maar dat vind ik gezien reputatie eigenlijk niet meer dan logisch. Toch hangt nog veel af van de aansturing van de hoofdtelefoon, zowel qua versterking als signaalbron. Het verschil in geluid tussen de NAD CD speler via de DDDAC en de zelfbouw CD speler van Herman was toch wel hoorbaar. Juist op dit niveau gaan dan de details echt tellen, dat wordt goed hoorbaar gemaakt met een goede hoofdtelefoon.
Maar aan de onderkant van het spectrum kan het ook zeer behoorlijk klinken! De ‘DJ’ hoofdtelefoon die Rob had meegebracht (een paar tientjes voor 4 exemplaren) was ook best genietbaar. Prima geschikt voor een bandje dat een (demo) opname maakt. De radio-gestuurde Sennheiser was de hekkensluiter omdat hij erg veel ruiste. Dit had misschien te maken met de grote hoeveelheid aan apparaten die de ether in vervoering bracht. Het draagcomfort verschilt enorm. De Sennheiser HD600 zit lekker over de oren en zacht, de Stax ook. De Sony van René drukt meer op de buitenkant van de oren. De kleinere hoofdtelefoons zet je weer vaak op de oren.
Er werd veel geluisterd en gezellig gepraat over wat we hoorden maar ook over andere zaken. Het bleek maar weer hoe gezellig het kan zijn bij de ACV. Zo kunnen we nog wel jaren voort.
Voordat je het weet is zo’n avond weer voorbij en we besloten het laatste halfuur nog met elkaar te evalueren. Een ontspannen en aangenaam groepsgesprek volgde. Al snel bleek dat de meeste ACV leden niet of zeer sporadisch zelf naar hoofdtelefoon luisteren. Eigenlijk alleen in functionele zin: om achter de PC te luisteren zonder anderen te storen of om niet gestoord te worden, of tijdens het sporten. Volgens een aantal leden is één van de belangrijkste verschillen met luisteren via luidsprekers het gemis aan lichamelijke impact. Je hebt geen (bas) druk die op je lijf inwerkt. Ook blijft de soundstage in of rond het hoofd bij een hoofdtelefoon. Dat draagt dan wel bij aan de intimiteit van de muziekbeleving. De opzet van de avond leek aan te slaan en voor herhaling vatbaar. Er ontstond meteen een discussie over het onderwerp voor een vervolgavond. Al met al heb ik zelf genoten van deze opzet. We kunnen deze vorm af en toe afwisselen met reguliere demonstraties, dan is er voor iedereen was wils.
Sander

